Er zijn drie opmerkelijke en universele gidsen die ons helpen onze Heer intiem te leren kennen en onze hartelijke liefde voor Hem te voeden:
Het Boek van het Universum, dat fungeert als een spiegel die de Unieke van de Absolute Eenheid reflecteert, waarin alle levende en niet-levende meesterwerken van de Goddelijke kunst worden getoond.
De profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem), die de bron van trots is voor alle levende en voelende wezens, wiens bestaan de reden is voor de schepping van alles, en wiens leven lijkt op een pagina van het Boek van het Universum, geschreven in diamanten.
De illustere Koran, het Woord van de Al-Barmhartige en de Al-Genadevolle God.
Laten we nu onderzoeken hoe de Boodschapper van God bewijs levert van het bestaan en de Eenheid van God (moge Zijn glorie verheven worden).
De Laatste Profeet, die de boodschap van grenzeloze gelukzaligheid aan de mensheid bracht, heeft een verheven positie:
De gehele wereld lijkt op zijn moskee.
Mekka staat als de mihrab waar hij gebeden leidde.
Medina is als de preekstoel van waaruit hij preken hield, biedend leiding met woorden doordrenkt van diepe compassie en impact.
Hij is de leider van de gelovigen.
Hij is het hoofd van de Profeten.
Hij is de gekoesterde bloesem in de harten van Gods geliefden.
Hij is de voornaamste en meest perfecte mens, de dierbaarste voor onze Heer, die de kring van herinnering leidt, waaronder duizenden Profeten en miljoenen heiligen vallen.
Stel hem voor als een boom:
Alle andere Profeten zijn de levende wortels.
Heiligen, die Gods naaste vrienden en vertrouwelingen zijn, vertegenwoordigen de verse vruchten.
Alle Profeten, door hun ontzagwekkende wonderen, en alle heiligen, door hun buitengewone spirituele ervaringen, getuigen van zijn leer.
Wanneer hij verkondigt, “La ilaha illallah” (Er is geen godheid dan God), verklaren 124.000 Profeten en 124 miljoen heiligen ook, “La ilaha illallah.” Het is alsof ze allemaal zeggen, “Je hebt helemaal gelijk!”
Is het denkbaar dat deze gidsen, die als de sterren van de mensheid schijnen, die noch bedriegen noch bedrogen worden, onwaarheden zouden spreken?