Gedichten uit Anatolië

Poëzie is de kristallisatie van emoties. Wanneer emoties gemeenschappelijk zijn, kan poëzie in verschillende culturen vergelijkbare effecten hebben. In het bijzonder de gedichten die de gemeenschappelijke universele menselijke waarden weerspiegelen, richten zich tot de hele mensheid.

In dit project wilden we de werken van vooraanstaande persoonlijkheden uit Anatolië selecteren en ze overbrengen in enkele wereldtalen.

Het is een uitdaging om gelijkwaardige vertalingen in poëzie te maken, maar we geloven dat deze vertalingen zullen worden weerspiegeld en verspreid in zuivere gewetens in verschillende culturen.

Bedi̇üzzaman Sai̇d Nursî

Hij werd geboren in het dorp Nurs in Bitlis in 1876. Said Nursî, die een buitengewoon helder en sterk geheugen en intelligentie had, voltooide zijn religieuze opleiding, die normaal bijna 15 jaar duurde, in drie maanden. Hij was succesvol in de wetenschappelijke discussies met zijn buitengewone perspectief en interpretaties, zodat hij de bijnaam Bediüzzaman kreeg, “het Wonder van het Tijdperk.” Hij richtte zich op de gemeenschappelijke problemen van de mensheid en legde daarom de nadruk op geloof en onderwijs. Volgens Bediüzzaman, die de Risale-i Nur Collectie heeft geschreven, is de hoofdzaak dat de mens zichzelf, alle levende en niet-levende wezens, het hele universum waarneemt met het licht en het bewustzijn van het geloof. Hij werd verbannen naar verschillende steden wegens de ideeën die hij verdedigde en verbleef jarenlang in de gevangenis. Hij overleed in Urfa, op 23 maart 1960.

Ik ben sterfelijk, dus ik wil niet sterfelijk zijn

Ik ben sterfelijk, dus ik wil het sterfelijke niet.
Ik ben impotent, dus ik verlang niet naar het impotente.
Ik heb mijn geest overgegeven aan de Barmhartige, dus begeer ik niets anders.
Ik wil alleen iemand die voor altijd mijn vriend zal blijven.
Ik ben maar een onbetekenend deeltje, maar ik verlang naar de eeuwige zon.
Ik ben in wezen niets, maar ik verlang naar de hele schepping.

Bediüzzaman Said Nursî, Sözler, İstanbul: Şahdamar Yayınları, 2010, 235.


Fethullah Gülen

Fethullah Gülen, bekend als “Hocaefendi,” (Hodjaefendi) werd in 1941 geboren in Erzurum. Als geleerde, opinieleider, schrijver en dichter is Gülen een vooraanstaand persoon die zich net als Rumi tot de gehele mensheid richt. De Hizmet-beweging, waarin de vrijwilligers, die door zijn gesprekken en boeken zijn geïnspireerd, actief zijn, is een wereldwijde educatieve en filantropische beweging geworden.

Liefde

Liefde is vuur in onze harten, licht in onze zielen,
Geliefden branden van scheiding, hopend op de lente
Zorgen en verdriet in hun boezem, hereniging aan hun horizon
Dwalend in de woestijnen, huilend en kreunend de hele tijd

Hun gejammer weerspiegelt hun geheim als een roodgloeiende sintel
Zij zwerven als achter een gazelle aan
Betoverd en verrukt, een scharlaken juweel tussen hun lippen
Elke nacht bereiken ze in hun dromen de hereniging met de geliefde

Vermoedens omringen hun zielen als geesten
De vreugde van de dageraad en de zorgen van de nacht staan op hun gezichten
Nu en dan, opent het geluk een deur naar het onbekende
Kleuren, patronen, en het hiernamaals zijn doordrongen van hoop

Soms breken ze gewoon, met een ongeneeslijke ontsteltenis
Soms is hun horizon versierd met licht, geur en kleuren
Soms wordt hun snikken gehoord in de volgende wereld
Ze worden geel als bladeren, smelten als kaarsen

Hun bloemen verbleken nooit ondanks vele herfsten
De hele tijd zingen ze de melodie van verlangen
Ze hebben veel verdriet, maar hun vreugde stroomt over
Hun stalen stem weerklinkt altijd met de opwinding van de liefde

Een buitenaardse uitgestrektheid in hun ogen
Ze kijken rond, glimlachen naar iedereen
Een rijkdom als de eeuwigheid in hun gevoelens
Ze vloeien als rivieren, waaien als de wind

O liefde, nu ben ik me ervan bewust, je bent alles
Zowel een dodelijk gif als een verkwikkend elixer
Uw gouden stem gehoord op de paden die naar God leiden
De dode geesten één voor één weer tot leven wekkend

M. Fethullah Gülen, Kırık Mızrap, İstanbul: Nil Yayınları, 2006, 350–351.


Makbule Leman

Ze werd in 1865 in Istanbul geboren. Zij is een schrijfster met een nieuwe literaire stijl, en een voorbeeld voor de ontwikkeling en ideeën van vrouwen. Zij publiceerde haar ideeën in Hanımlara Mahsus Gazete (Nieuwsblad gewijd aan vrouwen). Na haar huwelijk veranderde zij een deel van haar huis in een educatief centrum en gaf cursussen aan studenten. Makbule Leman, die veel belang hechtte aan kennis, overleed in 1898.

Vrouwelijkheid

Vrouwelijkheid is de spirituele betekenis van deugd
Vrouwen geven kracht aan gedachten
Standvastigheid in hoffelijkheid
Waarheid is zichtbaar bij vrouwen
Kuisheid en een vrouw zijn twee zusters
Loyaal, vriendelijkheid, en hoge moraal
Al deze subtiele zintuigen in het leven
Toevertrouwd aan deze kwetsbare wezens
Wanneer zij zich met kennis tot gedichten wenden
Geven zij hen een bijzonder ornament
De scherpzinnigheid verwekt de aanbiddelijkheid die brandt als vuur
De vriendelijkheid verloopt in orde
Goede relaties voegen waarde toe aan schoonheid
Onderwijs is het perfecte gewaad voor vrouwen
Maar toch, moraliteit moet worden overwogen
Door iedereen die een pen vasthoudt

Wij zijn elke rang waardig
Wat we het meest nodig hebben is bescheidenheid
Het bewijs hiervan is de sluier
Verlossen door versluieren is de instelling
Het is het licht van hereniging dat van de engelen komt
Het is een teken van eer voor ons
Yashmaks zijn pracht en praal voor gezichten

Sema Uğurcan, Makbule Leman: Ma’kes-i Hayal ve Diğer Yazıları, İstanbul: Dergâh, 2019, 13–14.


Mehmet Âki̇f Ersoy

Mehmet Âkif Ersoy, geboren in Istanbul in 1873, is dichter, schrijver, prediker, leraar en dierenarts. Hij is de dichter van het Turkse Volkslied. Hij speelde een actieve rol in de Onafhankelijkheidsoorlog. Mehmet Âkif maakte in zijn werken melding van de sociale problemen van die tijd en droeg oplossingen aan. Hij verzamelde zijn gedichten in zijn zevendelige boek Safahat (De Fasen), maar nam het Turkse volkslied niet op in dit werk. Hij overleed in Istanbul op 27 december 1936.

Vrees voor God is wat alle deugd en voortreffelijkheid voortbrengt

Weerhoud u van ongehoorzaamheid aan God in eerbiedige vroomheid, met alle eerbied die Hem toekomt.” (Al Imran, 3:102).

Wat de moraal verheft is noch kennis noch geweten.
Vrees voor God is wat alle deugd en voortreffelijkheid voortbrengt.
Als harten ooit zouden worden ontdaan van de vrees voor de Almachtige,
Zou kennis noch geweten zijn werkzaamheid behouden.
Het leven is nu dierlijk geworden; nee, het is nog lager dan dat:
Dieren zijn afhankelijk van hun natuur; mensen kiezen wat ze willen
Dieren overschrijden de constante grenzen van de schepping niet
De mensheid is zich nog steeds niet bewust van het bestaan van zo’n grens
Tenzij het gevoel van goddelijk ontzag een plaats in hun hart bewaart
Als dit gevoel geen plaats heeft, is eer zinloos
Zowel individuen als samenlevingen hebben dit gevoel nodig als ze een geweten hebben
De opschorting ervan betekent: Het teken van frustratie voor de mensheid
Dit is de opperste wet van de Schepper die in het universum heerst
Daarom begint de moraal in naties te verslechteren.
De verslechtering van moraliteit is de ergste.
Want noch natie, noch soevereiniteit zal gered worden.
Zie het niet als een spelletje! De nationale ethiek is de nationale geest.
Haar corruptie is de meest verschrikkelijke dood: Een totale dood.
De samenleving wordt dan hulpeloos, open voor invasies.
Tenzij de Al-Ware Meester de tweede geest stuurt en herrijst.
Ja, een nieuwe herrijzenis is mogelijk, natuurlijk.
Maar daar zijn vele decennia voor nodig.

Mehmet Âkif Ersoy, Safahat, Ed. M. Ertuğrul Düzdağ, İstanbul: Sütun Yayınları, 2007, s. 340.


Meli̇h Cevdet Anday

Hij werd in 1915 in Istanbul geboren. Zijn artikelen en gedichten zijn gepubliceerd in verschillende tijdschriften en kranten. Hij begon zijn eigen filosofische poëzie beweging. Hij overleed in Istanbul op 28 november 2002 op 87-jarige leeftijd.

Zie het, wanneer het geschiedt

Zie het, wanneer de dag komt en onze vreugde vernieuwt,
Zie het, wanneer de wereld in vrede is,
Neem de rozen, de nachtegalen waar
Dubbele manen aan de hemel
Iedere nacht een volle maan

Vogels zullen over de daken vliegen
Vogels zullen landen op de daken
Als de kinderen wakker worden door het vleugelgeluid
Laat de kinderen weer bij de vogels slapen
Vertel niet wat er is gebeurd

Nimmer heb ik dit gezien
De wolf afgeschrikt voor de kudde
Een appelhelft is koud, de andere is warm.
Bos verstrikt in planten met zwemvliezen
De zon zal regen gieten

Genoeg vorstendom van de ijzertijd.
Een nieuwe dag breekt aan
Leven op aarde zonder vrees
Twee miljard mensen delend een wereld
Twee miljard mensen delend twee miljard brood

Jammer zal het zijn, deze droom half achtergelaten
Het mensenrecht verslagen op dag van vrede
Köroğlu’s woord moet worden gehoord
Uit Banaz, dorp in de provincie Sivas
Pir Sultan Abdal moet herrijzen

Oh, had ik maar genoeg dagen het te zien
Veroorloven je te prijzen
Vredestijdperk, gouden tijdperk
Moge ik de laatste dichter zijn van dit verlangen
En dit verlangen ophouden

Zie het, wanneer de dag komt en onze vreugde vernieuwt,
Zie het, wanneer de wereld in vrede is,
Neem de dwaze dichter waar
Van top tot teen liefde, van top tot teen passie
Zijn tong zoeter dan honing

Melih Cevdet Anday, Rahatı Kaçan Ağaç, İstanbul: Türkiye İş Bankası Kültür Yayınları, 2005.
Memet Fuat, Çağdaş Türk Şiiri Antolojisi, İstanbul: Adam Yayınları, 1999, s. 324–325.


Mawlana Jalaluddin Rumi

De Eerbiedwaardige Rumi werd geboren in Balkh, Khorasan, in 1207. Hij en zijn familie ontsnapten aan de Mongoolse invasie en kwamen naar Anatolië. Hij ontving onderwijs en training van de senior leraren van die periode. Rumi is een van ‘s werelds grootste dichters en Soefi-meesters en hij interpreteert de religie van de Islam op een literaire, esthetische en spirituele manier. Zijn werken richten zich tot de hele mensheid. Hij heeft werken voortgebracht die eeuwenlang hun effect en vitaliteit niet hebben verloren. Hij inspireerde vele schrijvers en denkers. Hij stierf in 1273.

We zijn gekomen

We zijn gekomen…
Met woorden die nog niet verteld zijn,
En met gezichten vol barmhartigheid voor mensen.
Wij hebben het verlangen van harten gevoeld,
En we zijn gekomen met spraak die elke spraak overstijgen.
We zijn gekomen,
Met de hemel boven ons als ons thuis,
En alle mensen als onze familie,
En we hebben kleurloosheid aangenomen als onze kleur.
We hebben de tweeënzeventig naties als onze broers en zussen aanvaard.
Wij zijn gekomen,
Anderen kwamen en vertrokken.
Ze leefden, stierven en verdwenen.
Wij zijn geboren, om nooit te sterven,
En wij zijn gekomen, om nooit te vertrekken.
Wij zijn gekomen,
Om overal te stromen als de regen,
Om elk huis binnen te gaan als de zon,
Om mensen te baten net als de aarde,
Kortom, om lief te hebben en bemind te worden,
We zijn gekomen.

Cihan Okuyucu, Mevlana, İstanbul: Sütun Yayınları, 2007, 179–180.


Muhammed Lütfî Efendi

Haja Muhammad Lütfi Efendi, bijgenaamd “Alvarlı Efe,” is een soefi en dichter, geboren in Erzurum, in 1868. Hij schreef gedichten in het Turks, Arabisch en Perzisch. Hij overleed op 12 maart 1956. Zijn gedichten werden na zijn dood door zijn zoon gebundeld en gepubliceerd onder de naam Hulâsatü’l-Hakayık. (De samenvatting van de waarheden). Er staan meer dan 700 gedichten in dit boek.

Een tijd om te vieren

Wanneer onze Meester ons vergeeft
Zie hoe mooi het feest zal zijn
Wanneer onze fouten vergeven zijn
Dat is een tijd om te vieren.

Wanneer de Almachtige ons met barmhartigheid behandelt
Wanneer de Al Wijze ons genezing schenkt
Wanneer hij ons een gunst schenkt
Dat is een tijd om te vieren.

De gloed en liefde van de Ultieme Waarheid
Het licht die doorstroomt
Het verheven Paradijs is de halte
Dat is een tijd om te vieren.

Wie de Ultieme Waarheid lief heeft is ridderlijk
Hun harten zijn verlicht
Wanneer God een helpende hand geeft
Dat is een tijd om te vieren.

Uw barmhartigheid is voldoende
Vergeving en vrijgevigheid zijn van Uw glorie
Alles uit Uw gulheid
Dat is een tijd om te vieren.

Wanneer de hand Zijn boek vasthoudt
Wanneer de tong Zijn woord uitspreekt
Wanneer de ziel Zijn snelle openbaringen ontvangt
Dat is een tijd om te vieren.

Wie de Meester van ganser harte bemint
Wie Zijn welbehagen bereikt
Vertrouwt op de Goddelijke gunst
Dat is een tijd om te vieren

Wanneer het hart en de ziel de Ultieme Waarheid liefhebben
Wanneer de opwinding de liefde leidt
Wanneer de poorten van het paradijs zich ontsluiten
Dat is een tijd om te vieren

God heeft een grenzeloze oceaan van genade
Zijn licht stroomt altijd
Moge de meester en de dienaar vergeven worden
Dat is een tijd om te vieren.

Wanneer de rijken vrijgevigheid tonen
Wanneer de ziekten worden genezen
Wanneer het verwachte werkelijkheid wordt
Dat is een tijd om te vieren.

Wanneer het licht doorstroomt
Wanneer het hart de leiding krijgt
Wanneer God je helper wordt
Dat is een tijd om te vieren.

Wanneer hij de tawhid met plezier reciteert
Wanneer hij de Ultieme Waarheid met ijver bemint
Wanneer de bekrachtiging door het hart wordt uitgevoerd
Dat is een tijd om te vieren.

De Barmhartige bezoekt het hart
Hij schenkt genezing voor elke ellende
Hij verklaart de onschuld
Dat is een tijd om te vieren.

Lütfi verwacht gunst en genade
Als ik door de deur van nabijheid binnenkom
Spreek ik altijd “God” uit
Dat is een tijd om te vieren.

Cengiz Gündoğdu, Uluslararası Hâce Muhammed Lutfî (Alvarlı Efe) Sempozyumu (25-26 Nisan 2013, Erzurum) Bildiriler, Erzurum, 2013, 114–115.


Neci̇p Fazıl Kısakürek

Hij werd in 1904 in Istanbul geboren.  Zijn eerste opvoeding kreeg hij van zijn grootvader. Later werd hij opgeleid in Franse en Amerikaanse scholen. Necip Fazıl, die zijn universitaire opleiding filosofie voltooide, is een belangrijk denker, dichter en schrijver. Hij was een pionier in de publicatie van verschillende tijdschriften en verwierf faam met zijn gedicht “Kaldırımlar” (Stoepen). Hij overleed op 25 mei 1983.

Tijd voor afscheid

Luister naar de geluiden die de avond brengen
Enkel om mijn gebroken hart te herstellen
Raak mijn haar aan, en duik met je brandende ogen
In mijn tranende ogen

Ga naar beneden naar het dorp met de zon, en laat me gaan
Verdwijn in de verte, kleiner en kleiner wordend
Kijk achter je als je de bocht maakt
Wacht in de hoek voor een ogenblik

Mijn hoop werd weggenomen door de overstromingen van jaren
Het viel over je meest zwierende lok haar
Als een droog blad dat in je hand valt
Laat het los in de wind, als je wilt

Ataol Behramoğlu, Son Yüzyıl Büyük Türk Şiiri Antolojisi, İstanbul: Sosyal Yayınlar, 2001, 223.


Niyâzî-i Misrî

Niyâzî-i Mısrî, een Soefi dichter, werd geboren in Malatya, in 1618. Zijn echte naam is Mehmet. Omdat hij vele jaren in Egypte heeft gestudeerd, gebruikte hij het pseudoniem “Mısrî” samen met “Niyazî.” Hij is in verschillende delen van Syrië, Egypte, en Anatolië geweest. In 1661 vestigde hij zich in Bursa. Hij is drie keer verbannen geweest. Hij stierf op het eiland Limnos, dat de derde verbanningsplaats was, in 1694. Niyâzî-i Mısrî is één van de vertegenwoordigers van de soefi poëzie traditie zoals Yunus Emre. Hij schreef zijn werken in het Arabisch en Turks.

Ik zocht een remedie voor mijn kwalen

Ik zocht een remedie voor mijn kwalen
Ik ontdekte dat mijn ziekte de remedie was

Ik vroeg mezelf af, “Waarom ben ik hier?”
Mijn bestaan was mijn antwoord.

Ik zocht links en rechts
Op zoek naar de Vriend

Terwijl ik Hem overal zocht
Was hij altijd in mij.

Ik dacht dat ik gescheiden was van U
Ik ben ik en U bent U

Degene die hoorde en die zag
Was niemand anders dan mijn Heer in mij

Vasten, gebed en hadj
Zullen niet genoeg zijn, O geleerde!

Om een volmaakt mens te zijn
Is goddelijke wijsheid nodig

Waar kom je vandaan?
Waar ga je naar toe?

Als je het antwoord niet zoekt
Ben je niet beter dan een eenvoudig levend wezen

Een gids is nodig om echt te weten
Om je de essentie van de Waarheid te laten zien

Zij die geen gids hebben
Vertrouwen op giswerk in plaats van wijsheid

Hoor de woorden van Niyazi:
Niets verbergt het gelaat van God

En niets bestaat echt buiten God
Maar de geestelijk blinde kan Hem niet zien

Niyâzî-i Mısrî, Divan-ı İlâhiyyat ve Açıklaması, Haz. İhramcızâde Hacı İsmail Hakkı Altuntaş, 2011, 740.


Sezai Karakoç

Ahmet Sezai Karakoç, dichter, schrijver en politicus, is geboren in Diyarbakır, in 1933. Hij is de oprichter van Diriliş Publicaties en het tijdschrift Diriliş (Opwekking). De gedichten van Sezai Karakoç staan onder invloed van het metafysische denken. Hij publiceerde zijn gedachten over poëzie in zijn boek getiteld Edebiyat Yazıları (De geschriften over literatuur). Hij publiceerde ook essays, verhalen, toneelstukken en recensies. Hij overleed op 16 november 2021 in Istanbul.

Van het land van ballingschap naar de hoofdstad der hoofdsteden

Eerst werd ik uit je hart verbannen
En in zekere zin zetten al mijn verbanningen die verbanning voort
Boven alle ceremonies, feesten, diensten, heilige dagen
Ik kwam naar jou, kwam op mijn knieën naar jou
Ik kwam om vergeving smeken, hoewel ik geen vergeving verdien
Verleng mijn wereldse verbanning niet
Haal de zon weg van de lente
Sleep het uit deze meest ongeneeslijke liefde
Dat wat in mijn hart is geblazen
Als een wolk van stof
O verleng mijn wereldse verbanning niet
Ik ben zo moe dat je het kunt zien
Aan mijn voeten en niet aan mijn schoenen
De lampen staan scheef
Spiegels schorpioen engelen
Tijd, een laatste visioen van het geteisterde paard
Een thuis is geen erfenis maar een schim van erfenis
O wat mijn hart baart
Wat het verheft en opzuigt
Gemaakt van vogelveren
En vogelmelk
’S nachts en overdag
Opgezet als een monument voor de mensheid
Geliefde
Zeer geliefd
Oh, geliefde
Verleng mijn wereldse verbanning niet

Over jou sprak ik in alle gedichten
Als ik “Suna” zei, als ik “Leyla” zei, was jij het.
Beelden van Salome en Sheba’s Koningin
Gebruikte ik om te verbergen dat jij het was
Tevergeefs dat ik het probeerde te verbergen, zo duidelijk, overduidelijk was jij het
Vogels vlogen in navolging van jouw hart
De lente plukte haar bloesems uit jouw handen
Door uw ogen werd de zee zich bewust van haar eindeloosheid
Oh tederste en diepste van alle harten
Geliefde
Zeer geliefde
Oh, geliefde
Verleng mijn wereldse verbanning niet

Jaren gingen voorbij; de ploeg liet onsterfelijke sporen achter op de aarde
Ik reikte naar de sterren en vroeg naar je op middernacht
In zolders, in kelders
Uw schaduw verlichte mijn nacht
In Kanlica, in Emirgân
In de loodzware dageraad van Kandilli
Ik sprak en praatte met je in de lente en zomer van een leven
En nu, in de plotseling opkomende herfst
Kwam ik naar je toe, kwam naar je toe op mijn knieën
Ik kwam om vergeving smeken hoewel ik geen vergeving verdien
O hedendaags Jeruzalem (Maria)
O Egypte dat haar geheim in haar borst draagt (Zuleyha)
O hart van barmhartigheid dat zachtheid schenkt aan zijde
Geliefde
Zeer geliefde
Oh, geliefde
Verleng mijn wereldse verbanning niet

Ik zag de bergen naar beneden tuimelen in een venusglas
Ik werd als slaaf verkocht in de bazaar der bazaren
Op de muur van Constantijn zag ik de zon verbleken
Verbrand met visioenen van jou in de buurt van dagdromen
Het was jouw schaduw ooit weerspiegeld in de fontein van het eeuwige leven
Nu ik gewikkeld ben in gedachten van de dood
Doodsbang van onbetaalde schulden
Kwam ik naar jou, kwam naar jou op mijn knieën
Ik kwam om vergeving smeken hoewel ik geen vergeving verdien
Geliefde
Zeer geliefde
Oh, geliefde
Verleng mijn wereldse verbanning niet

Wat voor nieuws is er van de vogels van je vaderland?
Er is een lente die zelfs uit de graven oprijst
Wat kan de beul van de liefde doen zolang er een geliefde is?
Voorbij niet-zijn en zijn is er een Zijn
De fout ligt niet alleen bij mij, het breekt mij, er is een vloek
Er zijn stukjes te zingen geïnspireerd door dit lied
Zeg nooit noodlot want voorbij het noodlot is er een noodlot
Wat ze ook doen, er is een besluit die uit de lege hemel komt
Dus, als de zon ondergaat is er een architect die de nacht herstelt
Als ik verbrand word een fort gebouwd van mijn as
Een overwinning die groeit van nederlaag tot nederlaag
In jou zit de sleutel om het geheim van alle geheimen te bemachtigen
In jouw borst zit een ader die jouw verbanning oproept om terug te keren
Ik geef de hoop in jou niet op, een boom genaamd genade zit in je hart
Geliefde
Zeer geliefde
Oh, geliefde

Sezai Karakoç, Zamana Adanmış Sözler, İstanbul: Diriliş Yayınları, 2011, 47–56.


Yahya Kemal Beyatlı

Hij werd in 1884 in Skopje geboren. Na zijn lagere en middelbare schoolopleiding in Skopje, Thessaloniki en Istanbul, ging hij in 1903 naar Parijs en studeerde politieke wetenschappen. Behalve dichter en schrijver was hij ook diplomaat. Beyatlı is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Turkse poëzie in de Republiekstijd. Zijn gedichten vormden een belangrijke brug tussen de Divan literatuur en de moderne poëzie. Hij overleed in Istanbul in 1958.

Stil schip

Het moment is aangebroken om het anker uit de tijd te lichten
Een schip op weg naar het onbekende verlaat deze haven.

Het vaart geruisloos alsof het geen passagiers heeft.
Geen zakdoek, geen handgebaar bij vertrek.

Zij die op de pier staan zijn bedroefd door deze reis
Ze staren naar de sombere horizon, tranen in hun ogen

Arme zielen! Dit is niet het laatste schip dat vertrekt
Dit is niet de laatste rouw in een droevig leven.

Hopeloos wachten de geliefden en beminden in deze wereld
Ze weten niet dat de overledene niet zal terugkeren.

Ze moeten allemaal tevreden zijn met waar ze heen zijn gegaan
Vele jaren zijn voorbij gegaan, en niemand is teruggekeerd.

Yahya Kemal Beyatlı, Kendi Gök Kubbemiz, İstanbul: İstanbul Fetih Cemiyeti Yayınları, 2018, 51.


Yunus Emre

Er zijn verschillende verhalen over het leven van Yunus Emre (1238–1328), die een soefi en volksdichter was. Hij nodigde mensen uit tot Goddelijke liefde, goedheid en broederschap, en legde de wegen uit om God te bereiken. Hij deed dit in een eenvoudige stijl. Hij leverde een serieuze bijdrage aan het Turks als literaire taal. Er zijn graven waarvan beweerd wordt dat zij aan hem toebehoren in vele delen van Anatolië.

Kennis is inzicht hebben

Kennis is inzicht hebben
Kennis is zelfkennis hebben
Als je geen zelfkennis hebt,
Wat heb je dan aan kennis?

Wat is het doel van het lezen van al die boeken?
Dat is om de Almachtige te leren kennen.
Als je hebt gelezen, maar niet hebt begrepen,
Dan zijn uw inspanningen tevergeefs.

Zeg niet: “Ik weet, ik heb gelezen.”
Zeg niet: “Ik heb genoeg gebeden.”
Als je God niet hebt begrepen,
Is al dat leren tevergeefs.

De ware betekenis van de vier heilige Boeken
Is te vinden in de eerste letter van het alfabet.
Je praat over die eerste letter, prediker.
Wat is de betekenis daarvan, kunt u dat vertellen?

Yunus Emre zegt tegen u, geleerde,
In plaats van de heilige pelgrimstocht honderd keer te maken
Is het beter als je het mij vraagt,
Om het hart een bezoek te wagen.

Ahmet Yaşar Ocak, Yunus Emre, Ankara: T.C. Kültür ve Turizm Bakanlığı, 2012, 150.


Illustrator: İclal Kırman